Vroeger hààtte ik asperges. Ik vond ze echt afschuwelijk vies. En ieuw, zeker als er zo’n draadje aan bleef hangen.

Maar ik nam me een aantal jaar geleden voor om àlles te lusten. Ik lustte namelijk geen paprika, courgette, aubergine, olijven, witloof, enz.
Ondertussen lust ik bijna alles. Enkel witloof is nog niet mijn favoriet. Maar asperges? Mannekes… Looooove. It.

En ‘t is het seizoen terug hè (april – juni)! Ze beginnen betaalbaar te worden. En maar goed ook, want het zijn gezondheidsboosters van men-kan-ni-meer:

• Ze zijn na avocado de grootste bron aan gluthation. Dat stofje is een van de belangrijkste stoffen die de lever moet aanmaken om onze afvalstoffen buiten te bonjouren. Tip: eet asperges mét avocado!
• Asperges zijn een prebioticum: de inuline in asperges zijn voeding voor je goede darmbacterieën.
• Door de hoeveelheid kalium werken ze vochtafdrijvend, en kan dus helpen bij gewichtsverlies.
• Heb je jicht? Eet ze dan met mate omdat ze toch wel een hoeveelheid purine bevatten.

Nu… heb jij dat ook dat je na het eten van asperges sterk ruikende urine hebt? Dat is het gevolg van een aantal zwavelhoudende verbindingen die vrijwel direct in de urine terechtkomen na het eten van asperges. Deze verbindingen ontstaan na afbraak van onder meer asparagusinezuur, dat je dus – zoals je raadt – in de asperges zitten.

My favourite? Gekookt met zout met een eitje!