Het zijn misschien wel de allerkleinste groentjes die er bestaan: kiemen.

Ze zijn misschien wel klein, maar onderschat ze niet. Ze vormen één van de grootste vitaminebommen die er bestaan. Je ziet ze vaak liggen op je gerecht in een restaurant. Wel, dat “gras” kan je maar beter opeten. Want het is kei goed voor je!

Dat “gras” op je bord zijn kiemen. Je hebt ze in meerdere vormen en kleuren. Deze eetbare confetti’s zijn basically de jonge, groene plantjes die ontspruiten uit de zaden van bv. noten, zaden, pitten, granen, bonen, peulvruchten en diverse soorten grassen.

Ze worden ook wel microgroenten genoemd (nee, niet omdat je ze moet opwarmen…) en hebben een krachtige, kruidige smaak. Eigenlijk wel fascinerend dat zo’n klein plantje zo’n sterke smaak kan hebben.

Laat dat al genoeg zeggen over de bom aan vitaminen en mineralen die in dit mini-groente’ke zit. En dat komt omdat alle gezonde stofjes die de uiteindelijke plant bevat, ook reeds in de kiem zitten. Logisch, toch? Ze bevatten grote hoeveelheden antioxidanten die de vrije radicalen in ons lichaam onschadelijk maken (als dit Chinees klinkt, check even dit blogartikel).

Kiemgroenten bevatten daarnaast ook veel vitamine A, C en foliumzuur en mineralen als calcium, ijzer, magnesium, fosfor en kalium. Er bestaan een héleboel verschillende kiemsoorten. Om er maar enkele te noemen:

• Alfalfakiemen
• Preikiemen
• Broccocress
• Taugé
• Tuinkers
• Bietencress
• Enz….

Tip: voeg ze eens toe tussen je volkoren boterham, op je salade of bij je avondmaaltijd!